Het Stabiliteitspact moet strenger, harder en duidelijker worden. Dat is
althans de inzet van de Europese politiek. Zonder strengere handhaving van
de regels en meer coördinatie van het begrotingsbeleid dreigt de euro te
mislukken.

Plannetjes en voorstellen
De afgelopen weken buitelden de politici over elkaar met plannetjes en
voorstellen om het economisch bestuur van de muntunie te verbeteren. Er moet
‘preventieve budgettaire bewaking’ komen. Of een beoordeling van de
begrotingsplannen door de Europese Centrale Bank (ECB).

Aan EU-president Herman Van Rompuy de taak om uit alle halve ideeën en vage
voorstellen een nieuw Stabiliteitspact te bakken. Zijn task force moet in
juni met een voorstel komen.

Te zien aan wat er nu op tafel ligt, gaat Van Rompuy vol inzetten op meer
coördinatie en samenwerking tussen de eurolanden. Meer overleg, meer
afstemming, meer vergaderingen en meer rapporten.

Bureaucratische industrie
Daar schiet Europa weinig mee op. Aan begrotingsoverleg en welgemeende
adviezen heeft Europa allerminst een tekort. Nu al is er in Brussel een
bureaucratische industrie van aanbevelingen, doelstellingen, programma’s,
richtlijnen en waarschuwingen waarmee de begrotingen van eurolanden met
zachte hand worden bijgestuurd. Er wordt volop vergaderd en gerapporteerd
over de begrotingsdiscipline van ieder euroland – of het gebrek daaraan.

Volgens de letter van het Stabiliteitspact zou al dit overleg er uiteindelijk
toe moeten leiden dat landen die hun begroting niet op orde brengen, worden
beboet. Wie niet wil luisteren, moet maar voelen.

Maar in de praktijk geven eurolanden elkaar geen boetes. De schande van zo’n
sanctie doen ze elkaar liever niet aan. Bovendien komen de boetes pas zo
laat in het proces ter sprake, dat een land er alleen maar verder door in de
financiële nood wordt gebracht. Een preventieve werking gaat er niet van
uit.

Het was de bedoeling van het Stabiliteitspact dat de hoge boetes zo
afschrikwekkend zouden zijn, dat niemand de regels zou durven overtreden. In
de praktijk blijken de boetes zo hoog (en stigmatiserend) dat niemand ze
durft op te leggen. Nog meer overleg en coördinatie heeft weinig zin als dat
probleem onopgelost blijft.

Terug naar de tekentafel
Het Stabiliteitspact moet terug naar de tekentafel. We moeten terug naar de
hoofdvraag: waarom moeten eurolanden elkaar eigenlijk straffen? De reden is
dat landen in een monetaire unie last hebben van elkaars slechte
begrotingsdiscipline.

Als een euroland te veel leent zorgt dat voor onrust op de financiële markten
van alle eurolanden. De rente gaat omhoog, de wisselkoers daalt. Of andere
landen moeten met eigen geld bijspringen om het probleemland te redden.
Kortom: in een muntunie waait het slechte beleid van het ene land over naar
het andere land.

Introductie tekortbelasting
Een te hoog tekort is dus geen kwestie van zonde en schuld, maar van overlast
voor de buren. En met overlast weten economen wel raad. Overlast moet je weg
belasten. Een vieze fabriek betaalt een milieuheffing, motoren worden
schoner als je de wegenbelasting op vieze auto’s verhoogt, en
‘begrotingsvervuiling’ pak je aan met een ‘tekortbelasting’.

Eurolanden mogen best een begrotingstekort hebben, zolang ze de
tekortbelasting maar betalen. Bij kleine tekorten is de belasting laag -
maar niet nul. Bij hogere tekorten loopt de heffing snel op, want dan neemt
ook de schade voor andere eurolanden rap toe. De opbrengst van de belasting
gaat naar Brussel, zodat de EU-afdracht voor landen zonder tekort omlaag
kan.

De tekortbelasting wordt automatisch geheven. Er gaat geen vergadering van
Europese ministers aan vooraf. Niemand hoeft zijn buurman te straffen.

Geen gezichtsverlies
Betalen van belasting zorgt niet voor gezichtsverlies. Alle landen met een
tekort moeten betalen, zij het dat het land met het grootste tekort de
hoogste heffing krijgt opgelegd. In plaats van een boete die nooit wordt
uitgedeeld, krijgen we een belasting die altijd wordt betaald.

De kosten van een begrotingstekort gaan omhoog. Landen worden voorzichtiger en
kunnen de schade van slechte begrotingsdiscipline niet meer afwentelen op de
buurlanden.

Bijkomend voordeel: de monsterlijke begrotingsindustrie in Brussel kan worden
opgedoekt. Geen nachtelijke vergaderingen meer over het tekort van Portugal
en geen metersdikke rapporten over de staatsschuld van Italië.

Lees ook:

Opinie Mathijs Bouman: Euro gered? Vergeet het!

Analyse Mathijs Bouman: Na redding euro: inflatie?

Analyse Jeroen de Boer: Euro met pritt gelijmd

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl